
Jurisprudentie
BB6138
Datum uitspraak2007-10-12
Datum gepubliceerd2007-10-22
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersParketnummer: 24-002993-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-10-22
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersParketnummer: 24-002993-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
Om te beoordelen of tot een bewezenverklaring van het aan verdachte ten laste gelegde kan worden gekomen, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de in te tenlastelegging bedoelde wasmachines vallen onder het begrip "afvalstof". Daarvoor dient naar het oordeel van het hof te worden aangesloten bij de uitleg die aan dat begrip in de informatiefolder van de VROM-Inspectie (gevoegd als bijlage 8 bij het proces-verbaal milieuovertreding van de VROM-Inspectie, Regio Noord, nummer VI 2006/098) wordt gegeven. In deze folder wordt met betrekking tot elektr(on)ische apparaten - waaronder wasmachines - en onderdelen daarvan het volgende onderscheid gemaakt: "onderdelen en apparaten die zijn afgedankt en via de detailhandel of de milieustraat worden afgegeven, worden aangemerkt als afvalstof. Alleen apparaten en onderdelen waarvan is vastgesteld dat ze werken, kunnen worden verhandeld als tweedehands goed." Nu omtrent de onderhavige wasmachines geen nader onderzoek is verricht en dus niets is vastgesteld omtrent de werking daarvan, kan niet worden bewezen dat er sprake is van afvalstoffen en dient verdachte te worden vrijgesproken van hetgeen aan haar is ten laste gelegd.
Uitspraak
Parketnummer: 24-002993-06
Parketnummer eerste aanleg: 17-992468-06
Arrest van 12 oktober 2007 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer,
op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 27 november 2006 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
gevestigd te [vestigingsplaats], [adres],
ter terechtzitting vertegenwoordigd door [gemachtigde], vennoot van verdachte.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een overtreding veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het aan haar ten laste gelegde veroordeelt tot een voorwaardelijke geldboete van € 2.500,-, met een proeftijd voor de duur van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan dit arrest is gehecht een fotokopie van de inleidende dagvaarding. De inhoud van de tenlastelegging wordt geacht hier te zijn overgenomen.
Het hof heeft ter terechtzitting de tenlastelegging gewijzigd overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal. Een fotokopie van die vordering is aan dit arrest gehecht.
Vrijspraak
Om te beoordelen of tot een bewezenverklaring van het aan verdachte ten laste gelegde kan worden gekomen, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de in te tenlastelegging bedoelde wasmachines vallen onder het begrip "afvalstof". Daarvoor dient naar het oordeel van het hof te worden aangesloten bij de uitleg die aan dat begrip in de informatiefolder van de VROM-Inspectie (gevoegd als bijlage 8 bij het proces-verbaal milieuovertreding van de VROM-Inspectie, Regio Noord, nummer VI 2006/098) wordt gegeven. In deze folder wordt met betrekking tot elektr(on)ische apparaten - waaronder wasmachines - en onderdelen daarvan het volgende onderscheid gemaakt: "onderdelen en apparaten die zijn afgedankt en via de detailhandel of de milieustraat worden afgegeven, worden aangemerkt als afvalstof. Alleen apparaten en onderdelen waarvan is vastgesteld dat ze werken, kunnen worden verhandeld als tweedehands goed." Nu omtrent de onderhavige wasmachines geen nader onderzoek is verricht en dus niets is vastgesteld omtrent de werking daarvan, kan niet worden bewezen dat er sprake is van afvalstoffen en dient verdachte te worden vrijgesproken van hetgeen aan haar is ten laste gelegd.
Het hof merkt ten overvloede nog op dat blijkens een brief van de VROM-inspectie d.d. 12 juni 2007 (kenmerk 2007052593/CHU/MDB), gericht aan alle producenten en importeurs van elektr(on)ische apparaten, tussen de lidstaten van de Europese Unie inmiddels een richtsnoer tot stand is gekomen, waarin met betrekking tot elektr(on)ische apparaten is bepaald dat kapotte apparaten die in het buitenland worden gerepareerd, niet meer als afvalstof worden gezien. Voor zover er zich onder de in de tenlastelegging genoemde huishoudelijke apparaten wasmachines zouden hebben bevonden die niet meer (goed) werkten doch waarvan het - naar de vertegenwoordiger van verdachte heeft verklaard - de bedoeling was deze in Roemenië te laten repareren, zouden deze naar de huidige stand van de regelgeving ook niet (meer) vallen onder het begrip "afvalstof".
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt haar daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. S. Zwerwer en
mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van mr. M.D. Moeke als griffier, zijnde mr. Lolkema voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.